Het Hepax-poeder combineert veel heilzame ingrediënten voor een gezonde lever en ondersteunt de autosynthese van S-adenosylmethionine (SAMe). De leverbeschermende mariadistel in hoge concentraties stabiliseert en beschermt de celwanden van de hepatocyten. Andere ingrediënten zoals reishi, betaïne en lecithine vertragen de ophoping van vetten in het weefsel en dienen als cofactoren bij de ontgiftingsprocessen. De metabolische processen rondom SAMe, cruciaal voor de ontgifting, worden ondersteund door betaïne, lecithine, B-vitamines, magnesium en zink. In poedervorm kan Hepax makkelijk door het voer worden gemengd en toegediend: ideaal voor honden en katten die tabletten weigeren. Hepax bevat geen toegevoegde smaakstoffen en is geschikt voor dieren met een allergie.

Ingrediënten (extract)

• Mariadistelextract (Silybum marianum fructus)

  De vrucht van de mariadistel heeft positieve en ondersteunende eigenschappen voor de leverfunctie. Vrije radicalen in de lever kunnen door het voeren van mariadistel worden onderschept. Silymarin, gewonnen uit de vrucht van de mariadistel, heeft een positief effect op de biosynthetische capaciteit van de hepatocyten.

• Artisjokextract (Cynara scolymus folium)

  Op basis van nieuwe onderzoeken worden aan artisjokbladeren choleretische, cholekinetische, cholesterol- en lipidenverlagende en hepatostimulerende eigenschappen toegekend.

• Gemalen reishi (Ganoderma lucidum)

  De "paddenstoel van de onsterfelijkheid" wordt al meer dan 4000 jaar gebruikt in de traditionele Chinese geneeskunde en is uitgegroeid tot de belangrijkste medicinale paddenstoel ter wereld. Reishi kan de lever ondersteunen door de ophoping van lipiden en de opslag van collageen te remmen. Bovendien is bewezen dat de triterpenen uit reishi bij mensen remmend werken op het angiotensine-converterend enzym (ACE), dat het bloeddrukverhogende angiotensine aanmaakt. Ook de zuurstofvoorziening van het bloed wordt door reishi ondersteund, de organen krijgen meer zuurstof.

• Lecithine

  Lecithine wordt in de lever omgezet naar choline, de stof die verantwoordelijk is voor de afvoer van overtollig vet uit de lever. Een gebrek aan choline kan leververvetting bevorderen. Choline kan ook omgezet worden in betaïne, de voorloper van adenosylmethionine, een belangrijke stof voor de leverontgifting.

• Betaïne

  Betaïne is een van de bouwstenen van methionine in de lever. Het aminozuur methionine wordt via een biochemische reactie omgezet in S-adenosylmethionine, een stof die een cruciale rol speelt bij metabole ontgiftingsprocessen. Betaïne helpt bovendien leververvetting te voorkomen.

• B-vitamines

  B-vitamines worden in de lever opgeslagen en spelen als cofactoren een rol bij ontgiftingsprocessen en syntheses. Vitamine B12 (cobalamine) verdient een speciale vermelding. Deze vitamine is namelijk een cofactor van de methioninesynthesereactie en speelt een belangrijke rol bij de aanmaak van S-adenosylmethionine.

• Magnesium

  Magnesium is nodig voor de aanmaak van S-adenosylmethionine, dat een belangrijke rol speelt bij het leverontgiftingsproces.

• Zink

  De lever is het hoofdorgaan van het zinkmetabolisme. Zink kan het regeneratievermogen van het orgaan verbeteren en ondersteunt de functie van de lever.

• Vitamine E

  Als antioxidant heeft vitamine E de taak om vrije radicalen in de lever te binden. Het gaat dan om een zeer actieve zuurstofvorm die de weefsels kan beschadigen en metabolische functies kan verminderen. Vitamine E kan helpen om het aantal vrije radicalen aanzienlijk terug te dringen en zo het weefsel en de weefselfuncties te beschermen.